Verslag van 11th Asian Solidarity Conference for the issue of Military Sexual Slavery by Japan (december 2012)

De conferentie waar ongeveer 85 mensen uit 9 landen aanwezig waren begon op zaterdagavond 8 december met een welkomstdiner met zang en dans van de organisatie en de gasten.

Als eregasten waren die avond 5 comfort women of troostmeisjes aanwezig, 3 uit Taiwan, 1 uit de Filipijnen en 1 uit Zuid Korea plus 2 dochters van comfort women, 1 uit China en 1 uit Taiwan.

Iedere groep kreeg de kans te vertellen wie ze waren en waarom ze bij deze conferentie aanwezig waren.

Vooral het feit dat zowel José als Ivo in een Japans concentratiekamp hebben gezeten maakte veel indruk op de aanwezigen.

José en ik hadden de dag ervoor al kennis gemaakt met Ivo en omdat onze 2 organisaties voor hetzelfde strijden zijn wij als een eenheid naar buiten getreden.

Ons aandeel in het zang en dans gedeelte was een verpletterende driestemmige uitvoering van Sinterklaas Kapoentje.DSCN0177

Zondag werd de conferentie geopend door de president van Taiwan Ma Ying Jeou, die heel duidelijk zijn betrokkenheid toonde in een vlammende speech en heel veel respect toonde aan de 3 comfort women (uit de Filipijnen, Zuid Korea en Taiwan) die bij de hele conferentie aanwezig waren. Er was heel veel pers aanwezig. De volgende dag stond dan ook in een aantal kranten in Taiwan, (zowel de Taiwanees/ Chinees als ook de Engelstalige kranten) op de voorpagina een prachtige foto van de President die door zijn knieën ging om met de zittende comfort women te praten.

Deze eerste volle dag van de conferentie bestond uit 3 sessies met telkens een panel van 5 of 6 sprekers die hun presentatie van maximaal 15 minuten mochten geven over verschillende onderwerpen. JES was ingedeeld bij het onderwerp Internationale en politieke activiteiten. Ik heb een Power Point presentatie gegeven waarin ik de activiteiten van JES van de afgelopen tijd zo goed mogelijk verwoord heb. De vragen die daarop uit de zaal kwamen hebben José en ik samen beantwoord.

Omdat het zwaartepunt van de conferentie bij de comfort women lag was het voor ons het belangrijkste om aandacht te vragen voor het feit dat niet alleen de comfort women slachtoffer zijn geweest van de Japanners. Zonder natuurlijk te kort te doen aan het grote leed dat de comfort women is aangedaan. Het is geen wedstrijd wie het zwaarst geleden heeft.

Ivo heeft in een andere sessie, die over het vastleggen van de geschiedenis ging, een zeer indrukwekkende presentatie gegeven waarin hij o.a. het verhaal van een van de Nederlandse troostmeisjes Jan Ruff-O’Herne vertelde zoals zij het kort geleden aan hem geschreven heeft.

Zondagavond werd de oudste comfort woman uit Taipei, Shou Mei Ahma, die net de maand voor de conferentie gestorven was, met een mooie ceremonie herdacht. Hierbij waren haar familieleden en alle deelnemers van de conferentie aanwezig. Het was erg ontroerend om te zien hoe een groep sympathiserende Japanners speciaal een Chinees liedje in hadden gestudeerd om deze Ahma te eren.

Maandagochtend ging de conferentie door met het aannemen van de eindresolutie.

Een conceptversie gemaakt door de organisatie werd aangepast aan de wensen van de aanwezigen. Wij hebben ook hierbij weer duidelijk gemaakt dat er meer slachtoffers waren dan alleen de comfort women. Wij konden ons goed vinden in

DSCN0149

de uiteindelijke resolutie en zijn van plan, samen met andere NGO’s, deze resolutie als written statement in te dienen bij de eerstvolgende vergadering van de Human Rights Council van de United Nations in Genève in februari/maart 2013.
Maandagmiddag gingen we met alle aanwezigen met een bus naar de Japanse “Ambassade” (in Taiwan heeft geen enkel land een echte officiële ambassade), de Taipei Office Interchange Association Japan, om daar te demonstreren.

Er was veel politie op de been en wij moesten op ruime afstand van het gebouw blijven.

Na een toespraakje van de organisatie en het leggen van bloemen aan de voeten van de ook hier weer aanwezige comfort women kwam er één ambtenaar naar buiten die niets zei, maar wel een buiging maakte voor de comfort women.

Ook hier was weer veel pers bij aanwezig.

Na deze rustig verlopen demonstratie zijn we naar een comfort women tentoonstelling gegaan in een oud gebouw, dat in de Japanse tijd dienst heeft gedaan als politiebureau.

Om beter zicht te krijgen op de geschiedenis van Taiwan en de rol van Japan daarin hebben we ook een rondleiding in het Museum 228 gekregen waarin die Japanse periode en de periode direct na de Tweede Wereldoorlog goed uitgelegd wordt.

Dinsdag, onze laatste dag in Taipei, stond een trip met de Canadees Michael Hurst naar een van de POW kampen op het programma. Jose had deze trip al eens samen met Anneriet de Pijper gedaan, maar gelukkig wilde ze toch nog een keer met mij mee daar naar toe, ondanks het vreselijk natte weer.

Zo’n 30 deelnemers van de conferentie gingen mee op deze trip.

Michael Hurst heeft in de afgelopen 15 jaar ontdekt dat er 16 POW kampen in Taiwan zijn geweest en is nu bezig om op

DSCN0153

al die plekken gedenktekens op te richten. Het is hem ook gelukt om op 3 namen na alle namen van de ruim 4300 man die in de kampen hebben gezeten te achterhalen, een ongelooflijke klus die hij bijna in zijn eentje heeft geklaard. Ik heb een enorm respect gekregen voor Michael.

Al deze namen staan vermeld op een namenlijst in het kamp Kinkaseki waar wij met Michael naar toe geweest zijn. Goeverneur-generaal Jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer heeft o.a. in dat kamp gezeten en zijn naam staat ook op de wand. José heeft staand voor die wand vertelt dat zij met de echtgenote van de goeverneur-generaal en hun kinderen in hetzelfde Jappenkamp in Indie heeft gezeten. Weer zo’n moment dat veel indruk maakte op de overige aanwezigen.

De POW’s van het kamp Kinkaseki moesten werken in een kopermijn, waarin nu een mijnmuseum is gevestigd. Michael heeft in dat algemene museum een kleine permanente tentoonstelling ingericht waardoor de rol van de POW’s daar niet vergeten zal worden.

De rest van de dag werd in de stromende regen doorgebracht in een dorpje waarin nog duidelijk de Japanse invloed op de architectuur te zien was.

Dinsdagnacht zijn José en ik weer terug gevlogen naar huis en Ivo is de dag erna naar Nieuw Zeeland terug gevlogen. Het was heel speciaal om deze conferentie met zijn drieën te mogen meemaken.

De conferentie was heel goed georganiseerd door de Taipei Women’s Rescue Foundation. Het was opvallend hoe veel jonge mensen bij de organisatie betrokken waren en hoe oprecht geïnteresseerd zij waren in onze verhalen. Op alle momenten, zowel tijdens de presentaties in de panels als in de ceremoniële momenten waren er simultaan vertalers aanwezig zodat alles in het Chinees, Koreaans, Japans en Engels te volgen was. Op die momenten waarop er geen simultaan vertalers waren, waren er altijd wel behulpzame meertalige jonge mensen aanwezig die direct alles voor ons wilden vertalen.

Het feit dat er zo veel Japanners aanwezig waren heeft grote indruk op mij gemaakt. Oude en jonge mensen uit alle regio’s van het land. Zij waren daar als leden van verschillende sympathiserende NGO’s die zich al jaren lang bezig houden met deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis van hun land.

Het respect dat zij de slachtoffers, niet alleen de comfort women maar ook José en Ivo, toonden was enorm en kwam recht uit hun hart.

Er was o.a een 92 jarige dominee met zijn vrouw, die beiden al vele jaren heel veel goeds doen voor de slachtoffers van de Japanse bezetting, ook voor Nederlandse slachtoffers.

DSCN0175Een van de resultaten die wij geboekt hebben door op deze conferentie aanwezig te zijn is het vergroten van de aandacht voor de andere slachtoffers van de Japanners. De Taipei Women’s Rescue Foundation wil eind 2013 in het museum dat door hen op dit moment nog gebouwd wordt aandacht besteden aan de Japanse kampen en wil daar ons voor uitnodigen om het verhaal van de kampen te komen doen.

Laten we hopen dat daardoor weer meer mensen ons verhaal zullen horen.

 

Brigitte van Halder

Stichting Japanse Ereschulden

Bestuurslid Internationale betrekkingen

Comments