Persbericht 30 mei 2022.

Persbericht 30 mei 2022.

Betreft: Nederlandse Staat nalatig bij erkenning en compensatie slachtoffers Japanse oorlogsmisdaden. Uitspraak rechtbank Den Haag op 01 juni a.s.

Beste redactie,

Ik mail u in mijn hoedanigheid als bestuurslid van Stichting Japanse Ereschulden (Stichting JES). Op woensdag 1 juni a.s. om 10:00 uur zal de rechtbank Den Haag uitspraak doen in de zaak waarin Stichting JES een procedure is gestart tegen de Nederlandse Staat vanwege de oorlogsschade die Nederlanders hebben opgelopen tijdens de Japanse bezetting in voormalig Nederlands-Indië. Graag breng ik bij u onder de aandacht dat de rechtbank de uitspraak tijdens een openbare zitting zal uitspreken. Journalisten kunnen de uitspraak fysiek bijwonen in de rechtbank. De uitspraak zal tevens te volgen zijn via een livestream. De link naar de livestream is door De Rechtspraak gepubliceerd en hier te vinden. 

De procedure gaat over het volgende.

Stichting JES komt op voor de belangen van Nederlandse slachtoffers die door toedoen van Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlands-Indië oorlogsschade hebben geleden. Hieronder vallen mensen die de meest verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt, in Japanse interneringskampen en daarbuiten. Aan veel van de slachtoffers is door de Japanse bezetter onomkeerbare fysieke en geestelijke schade toegebracht door onder andere intimidatie, opsluiting, marteling, uithongering en ontzegging van medicijnen. Daarnaast zijn inboedels geroofd en huizen, gehele wijken en dorpen vernietigd. Een reden dat hen nooit compensatie is geboden ligt ook in het optreden van de Nederlandse regering na de Tweede Wereldoorlog. De Nederlandse Staat heeft namelijk de weg naar schadevergoeding van Japan afgesloten door afstand te doen van de vorderingen van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog jegens Japan door middel van een Vredesverdrag (1951) en het Yoshida-Stikker-Protocol (1956). De Nederlandse Staat heeft de slachtoffers daarvoor nooit compensatie geboden. Daarnaast behandelde de Nederlandse Staat mensen uit Nederland en die uit Nederlands-Indië ongelijk wat betreft de vergoeding van oorlogsschade. Het gevolg hiervan is dat de oorlogsschade van slachtoffers uit Nederlands-Indië tot op de dag van vandaag niet is vergoed. 

Het Parool publiceerde op 10 januari 2022 een artikel over de openbaarmaking van de getuigenissen van troostmeisjes door het Nationaal Archief (https://www.parool.nl/nederland/getuigenissen-troostmeisjes-nederlands-indie-openbaar-ze-gingen-nietsvermoedend-naar-het-kantoor~b5504361/). Troostmeisjes is een eufemisme voor vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog als seksslavin misbruikt zijn door Japans legerpersoneel. Stichting JES vertegenwoordigt naast anderen ook de belangen van deze groep vrouwen. Uit het artikel in Het Parool blijkt dat deze vrouwen, die tot aan hun dood getraumatiseerd waren, nooit erkenning of compensatie, noch excuses hebben gekregen. Dit geldt ook voor andere slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog uit Nederlands-Indië. Deze mensen is groot onrecht aangedaan.

Over deze kwestie heeft Stichting JES en een groep individuele eisers tegen de Nederlandse Staat een rechtszaak aangespannen. De zitting in deze procedure vond plaats op 24 januari 2022 bij de rechtbank Den Haag. Vóór het starten van de procedure heeft Stichting JES twee brieven gestuurd naar de Staat om in overleg te treden. Hier is nooit antwoord op gekomen. In plaats daarvan is de Staat zeer onwelwillend de procedure in gegaan. De tijd begint te dringen: degenen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt zijn allemaal op zeer hoge leeftijd. De slachtoffers en nabestaanden hopen dat er nu eindelijk erkenning komt voor het leed dat de slachtoffers in Nederlands-Indië is aangedaan en hoe de Nederlandse Staat hiermee is omgegaan. Het is daarom fijn dat de rechtbank op 1 juni a.s. een oordeel zal vellen in deze zaak. Voor nadere informatie verwijs ik u naar het bijgevoegde persbericht, uitgebracht bij de dagvaarding.

Stichting JES is graag bereid u nader in te lichten over deze zaak (zowel vóór als ná de uitspraak). U kunt daarvoor contact op nemen met mij of advocatenkantoor Stibbe dat Stichting JES in deze procedure bijstaat. Contactpersoon bij Stibbe is prof. mr. T. (Tom) Barkhuysen (tel. +31 20 546 03 90).

Met vriendelijke groeten,

Hein Leversteijn (tel. 06-21891858)

Stichting Japanse Ereschulden (JES).

Den Haag.

Livestream uitspraak Stichting Japanse Ereschulden tegen de Staat!

Klik op onderstaande link voor de livestream.

https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Den-Haag/Nieuws/Paginas/Livestream-uitspraak-Stichting-Japanse-Ereschulden-tegen-de-Staat-.aspx

Op woensdag 1 juni 2022 om 10.00 uur doet de rechtbank Den Haag uitspraak in de rechtszaak van vijftien individuele eisers en de Stichting Japanse Ereschulden tegen de Staat. De individuele eisers zijn ofwel zelf slachtoffer van de Japanse bezetter van Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog, ofwel afstammeling van een slachtoffer, of zowel slachtoffer als afstammeling. 

De eisers hebben vergoeding van de Staat gevorderd van hun (oorlogs)schade. Zij stellen dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door hun vorderingen op de Japanse staat betreffende deze schade op te geven in het kader van het Vredesverdrag met Japan, zonder dat de (Nederlandse) staat deze schade zelf heeft vergoed.

Vandaag 10 mei 2022 geen Petitie!!!!

Bandaag 19 mei 2022 geen petitie!!!

Vandaag 10 mei 2022 geen petitie.

Ondanks herhaalde verzoeken aan dJapanse ambassadeur om de ontvangst van onze maandelijkse petitie schriftelijk te bevestigen heeft hij dit wederom niet gedaan

Het bestuur van de Stichting Japanse Ereschulden vindt dat onaanvaardbaar en heeft de maandelijkse petitie opgeschort. Er is geen sprake van een dialoog met Japan zolang niet op de petities formeel gereageerd wordt!

De maandelijkse demonstratie bij de Japanse ambassade op de tweede dinsdag van de maanblijven wij voeren.

Namens het bestuur van de Stichting Japanse Ereschulden,

J.F. van Wagtendonk

Petition # 329: Written receipt of acknowledgement of our petitions . 

Petition # 329: Written receipt of acknowledgement of our petitions . 

His Excellency Fumio Kishida,
Prime Minister of Japan.                                                                                                                    

The Hague, 12 April 2022
Petition: 329
Subject: Written receipt of acknowledgement of our petitions . 

Excellency, 
Every second Tuesday of the month since, the beginning of our formal discussions with the Japanese Ambassador in the Hague, the board of the Foundation of Japanese Honorary Debts presented to him a petition addressed to the Prime Minister of Japan. Each time we asked for an acknowledgement of receipt by the Prime Minister. We never received a formal acknowledgement only a verbal statement by an Ambassador that the then Prime Minster was aware our petitions. Only a letter from you as Prime Minister or on behalf of you from the Prime Minister’s office would be sufficient.  

Prime Minister,
It is common in the western world as a matter of respect that a formal official letter addressed to a Prime Minister is formally acknowledged by a receipt to the sender. This simple gesture of respect seems not to apply to our petitions.  

Prime Minister,
The world is in turmoil coping with Covid 19 and the Russian invasion of Ukraine. During these times one should more then ever pay respect and adhere to common courtesy and observe the rules of etiquette as long one is in dialogue. We have tried to maintain that dialogue with Japan in the hope that one day the Japanese government would  realize that acknowledgement and respect for each other is required in order to continue that dialogue. 

Prime Minister,
For the members and the board of Foundation of Japanese Honorary Debts, who personally or through their deceased parents remember well the horrors of war, the time to acknowledge is long overdue. Show respect and acknowledge the receipt of this petition and all previous 328 petitions!

On behalf of the Foundation of Japanese Honorary Debts.

J.F. van Wagtendonk
President.

Pleitnota door buro Stibbe

Klik hier om de pleitnota in te zien.

Petition # 328: The Japanese invasion of the Dutch East Indies started 80 years ago after the Java Sea battle.

Petition # 328: The Japanese invasion of the Dutch East Indies started 80 years ago after the Java Sea battle. 

His Excellency Fumio Kishida, 
Prime Minister of Japan.                                                                                                            

The Hague, 8 March  2022 
Petition: 328
Subject: The Japanese invasion of the Dutch East Indies started 8o years ago after the Java Sea battle. 

Excellency, 
27 February 1942, 80 years ago, the  Java Sea naval battle took place between Japan and the Combined Striking Force of Dutch, Australian, British and American naval forces. The Combined Forces tried to stop the Japan invasion of Java. They failed and the former Dutch East Indies were invaded by the Japanese military.

The memorial service remembering that 80 years ago the battle took place was attended by Princess Beatrix, the former Dutch Queen.  On the Dutch side about 1.000 naval service men died. The surviving Dutch from Dutch East Indies remember it well. They still hope that one day Japan will acknowledge that it has the honorable duty to accept the historic responsibility for the unlawful attack and subsequent invasion, and acknowledge the misdeeds of its military during the occupation. The failure to accept this continues unmeasurable pain and sorrow for the survivors and their next of kin.

Prime Minister, 
The present Russian invasion of  Ukraine reactivate the raw memories of war and subsequent harsh occupation by the Japanese military. History appears to be repeated now by Russia for the Russians, equivalent to  Japan’s historic pronouncement “Asia for the Asians”.

Our sympathy is with the Ukrainians and we hope that Russia will not be able to occupy Ukraine as Japan did in Asia.

We look forward to our discussion with the Ambassador today and to your acknowledgement of the receipt of this petition confirming your personal attention and the need for a meaningful dialogue.

On behalf of the Foundation of Japanese Honorary Debts.

J.F. van Wagtendonk
President.

Petition # 327: Review of petition 326 Will Japan this year recognize that for a dialogue response is required? 

His Excellency Fumio Kishida,
Prime Minister of Japan.                                                                                                                        

The Hague, 8 February 2022
Petition: 327
Subject: Review of petition 326 Will Japan this year recognize that for a dialogue response is required? 

Excellency, 

Due to the Corona restrictions we were unable to discuss our petition 326 with the Japanese Ambassador in The Hague. As the subject of this petition is of the utmost importance for our dialogue we table this petition again. We hope and expect that the Japanse Ambassador had the opportunity to discuss the contents of petition 326.

We look forward to our discussion today and to your acknowledgement of the receipt of this petition.

On behalf of the Foundation of Japanese Honorary Debts.

J.F. van Wagtendonk
President.

Artikel Trouw: De rechter liet afstandsmoeders (en Oorlogsgetroffen uit Voormalig Nederlands Indië) in de kou staan. En wat doet de overheid?

De rechter liet afstandsmoeders in de kou staan. En wat doet de overheid?

De rechter kan het leed dat ‘tweederangsburgers’ is aangedaan niet altijd goedmaken. Het antwoord moet echt van de overheid komen, stellen Nicole Immler en Niké Wentholt, onderzoekers in het ‘Dialogics of Justice’ project aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht.

Redactie Trouw3 februari 2022, 13:14

Steeds vaker moet de rechter een oordeel vellen over historisch onrecht. Vorige week eiste de Stichting Japanse Ereschulden compensatie van de Nederlandse staat voor oorlogsschade onder de Japanse bezetter. Twee dagen later kreeg de staat gelijk in de zaak over de ‘afstandsmoeders’ die gedwongen hun kind afstonden. Beide zaken gaan over een overheid die een categorie van ‘tweederangsburgers’ creëerde en niet wilde beschermen. Omdat de staat zijn fouten blijft ontkennen, ervaren deze groepen het historische onrecht als een voortdurend onrecht en zoeken zij erkenning in de rechtszaal.

Emotionele lading

In de zaak van de afstandsmoeder leek de rechter haar positie in deze zoektocht te bevestigen. ‘Ik hoor u’, reageerde zij op het persoonlijke verhaal van de eiseres, die beschreef hoe zij in de jaren zestig als ongehuwde moeder – indertijd vaak gezien als ‘gevallen vrouw’ – haar kind moest afstaan. En ook in de zaak van de Japanse Ereschulden erkende de rechter dat de ‘juridisch-technische’ taal maar gedeeltelijk recht doet aan de emotionele lading.

Dat het überhaupt tot een rechtszaak komt, is op zichzelf een stap in de richting van erkenning. Tenslotte reisde de Stichting Japanse Ereschulden 28 jaar lang zonder succes af naar de Japanse ambassade, en gingen de afstandsmoeders vergeefs het gesprek met de Raad van de Kinderbescherming en de staat aan. De rechter zette de deur in beide gevallen wél open.

Toch voelen de afstandsmoeders zich nu ‘opnieuw in de kou gezet’, aldus Trudy Scheele-Geertsen, die samen met het bureau Clara Wichmann de rechtszaak aanspande, omdat de rechter de staat en de Raad voor de Kinderbescherming vrijuit liet gaan. Zij hadden destijds geen ‘structurele’ en ‘juridisch verwijtbare’ fouten gemaakt. De vrouwen werden gedwongen hun kind af te staan, zo stelde de rechter, door een samenspel van sociale en religieuze opvattingen.

De rechter erkende hun leed, maar bood geen adequaat juridisch antwoord. Dit doet extra pijn. De moeders stapten juist naar de rechter omdat de staat en de maatschappij geen erkenning en gerechtigheid boden. Nu kaatste de rechter deze bal simpelweg terug.

Van zaken als Srebrenica en Rawagede weten we dat ze inderdaad het maatschappelijke debat kunnen openbreken. Maar het gevaar is dat dit gesprek alleen gaat over erkenning van het leed toen, terwijl de Stichting Japanse Ereschuld en de Afstandsmoeders, en veel andere slachtoffergroepen, juist verandering in het nu vragen.

Beide zaken laten zien: de Nederlandse staat handelt structureel onzorgvuldig jegens diegenen die op dat moment als tweederangsburgers werden beschouwd. Of dat nu oorlogsslachtoffers op niet-Europees grondgebied zijn, of ongehuwde vrouwen. De staat verschuilt zich graag achter maatschappelijke normen ‘van toen’. Maar ze is net zo goed maker van deze normen.

Fouten blijven ontkennen

Zaken van historisch onrecht maken pijnlijk duidelijk wat er gebeurt als we de ‘tijdgeest’ haar gang laten gaan. Zoals ook historicus Mathieu Segers heeft gesteld naar aanleiding van de toeslagenaffaire: instituties moeten meer zelfonderzoek doen. In plaats van fouten te blijven ontkennen (een uiting van ‘de morele superioriteit van het ambtelijke apparaat’) moet de staat een opener en actievere houding aannemen tegenover diegenen die het leed heeft aangedaan. In de woorden van de Stichting Japanse Ereschulden: ‘Ga met ons aan de tafel zitten om een fatsoenlijk besluit te bespreken’.

De vraag die de rechter niet heeft beantwoord, maar die wij als maatschappij wel moeten stellen, is: hoe willen we dat onze instituties omgaan met de meest kwetsbaren? Met zowel de zaak Japanse Ereschulden, de afstandsmoeders en de toeslagenaffaire vers in ons geheugen, zijn dit geen opdrachten van het verleden, maar juist van nu.

Rijksmuseum ontkent Bersiap!

Het Rijksmuseum kondigde op 11 januari 2022 de tentoonstelling “Revolusi” aan. Onderwerp is Indonesië’s onafhankelijkheidsstrijd 1945-1949, met nadrukkelijke aandacht voor hoe die er van Indonesische kant uitzag.

Daartoe had men Indonesische gast-conservator historicus Bonnie Triyana uitgenodigd, die meldde dat men in die tentoonstelling het woord “Bersiap” om het woelige half jaar na Japan’s capitulatie te duiden niet zou gebruiken. Tot zover tot uw dienst: De Indonesiërs gebruiken zelf die term niet, in eigen land, je zou het vanuit Nederland een blinde vlek kunnen noemen. Dus logisch?

Maar voor mensen die die onafhankelijkheidsstrijd al dan niet van de zijlijn in Indonesië meemaakten is dat een cruciale tijd. Van Nederlanders die zowel de jappenkampen als de bersiaptijd overleefden kan je horen dat die bersiaptijd veel erger was dan de tijd in het jappenkamp: de Japanners handhaafden wetten die weliswaar niet de onze waren, maar die na een tijd voorspelbaar waren. In de bersiaptijd was niets voorspelbaar maar alles potentieel dodelijk.

Voor de Indische Nederlanders, die veelal buiten de japppenkampen verbleven, was de bersiaptijd uiterst traumatisch, omdat ze anders dan de jappenkampbewoners, weerloos aan de moordzuchtige pemoeda’s waren overgeleverd, slechts beschermd door bevriende Indonesiërs.

Die bersiaptijd zette ook mede de toon van de Nederlandse interventie: “Orde en Rust” zou men brengen als voorwaarde voor verdere onderhandelingen.

Maar nu is helemaal uit Indonesië het nieuwe inzicht gekomen, verwoord door Bonnie Triyana: het gebruik van “bersiap” om deze periode te duiden is racistisch, want het verraadt een gebrek aan achting voor de beschaving van de pemoeda’s.

Die pemoeda’s waren jong, weinig geschoold, en zeker niet fijn besnaard. Een gebrek aan achting voor opgezweepte jongelieden die je vrienden of familie in stukken sneden, al dan niet voorafgegaan door marteling of verkrachting is niet onlogisch en zeker niet racistisch.

Het is ook niet zo dat in Nederlandse ogen alle Indonesiërs door de bersiap zijn gekarakteriseerd: Indië-veteranen weten feilloos te differentiëren tussen verschillende categoriën tegenstanders van toen. Men wist dat als je in handen van de TNI viel je redelijk behandeld werd, terwijl, in het geval pemoeda’s je overmeesterden, je werd afgeslacht.

Dat de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd in Nederland ook vanuit Indonesisch perspectief wordt belicht was en is een goede zaak. Ook wellicht voor Indonesische historici die door contact met Nederland sommige Nederlandse acties beter zullen kunnen duiden. Maar als die belichting uitsluitend betekent dat een weinig fraaie periode wordt weggemoffeld dan is er geen sprake meer van uitwisseling maar van een te ver doorschieten in de woke-beweging.

En dan nog dit: Nederland telt vele subgroepen die een stuk gemeenschappelijke identiteit ontlenen aan gedeelde ervaring. Voor de oud-kampbewoners is dat het jappenkamp, en voor de Indische Nederlanders is dat de buitenkamp-ervaring culminerend in de bersiap. Met wat in feite een bersiap-ontkenning is ontneem je een belangrijke groep Nederlanders een belangrijk stuk van hun identiteit. Dan moet je niet verbaasd zijn over heftige reacties.

Petition # 326: Will Japan this year recognize that for a dialogue response is required?

Petition # 326: Will Japan this year recognize that for a dialogue response is required? 

His Excellency Fumio Kishida, 
Prime Minister of Japan.                                                                                                                        

The Hague, 11 January 2022 
Petition: 326
Subject: Will Japan this year recognize that for a dialogue response is required?

Excellency, 
“Gelukkig Nieuw Jaar” we wish each other in the Netherlands at the beginning of a new year. Traditionally in English, the board and members of the Foundation of Japanese Honorary Debts wish you and the people of Japan a safe, healthy and prosperous New Year. At the same time we consider what our relation is with Japan and its people. Many petitions have been directed to the Prime Minsters of Japan including yourself. Never did we receive a response on our suggestions other then that every thing has been settled by the San Francisco Peace Treaty and the Yoshida-Stikker protocol. How can we have a meaningful dialogue if repeatedly we are told that Japan expresses the feeling of deep remorse and heartfelt apology for its actions during the war? But that the Dutch government and the Japanese government is in agreement that all war related reparations have been settled in accordance with international law.

It appears that your Ambassador in The Hague has the instruction to receive our monthly petition directed to the Prime Minster of Japan on his behalf and make some comments. But never did we receive formally an acknowledgement of receipt nor a reply to our suggestions. The peace exchange program is meaningless. Only a handful former victims or there immediate dependents are included.  Let me make it very clear we do not hate the Japanese but have no respect for them as they continue to use legally and politically related arguments to deny any moral responsibility for the lasting sufferings of the Dutch during the Japanese military occupation of Dutch East Indies during World War II.

During 2022 we will continue our monthly demonstrations and present petitions with suggestions how Japan and its people could participate in a meaningful dialogue demonstrating moral responsibility and understanding for the pain and sorrow to the Dutch and their dependents from former Dutch East Indies. The solatium of 1956 was inadequate and needs to be resolved with the Foundation of Japanese Honorary Debts.

Prime Minister,
I look forward to your acknowledgement of the receipt of this petition and your suggestions.

On behalf of the Foundation of Japanese Honorary Debts.

J.F. van Wagtendonk
President.